Het verhaal van Annabel en de kracht van
Stichting Team Annabel Geschreven door: Isabella Kiebert (zus van Annabel) Annabel Kiebert, was een pittige, jonge vrouw die alles uit het leven kon halen. Helaas is Annabel Kiebert overleden met als hoofdoorzaak door verkeerde behandeling van artsen. Iets wat voor familie en vrienden onverteerbaar is.
Daarom heeft de familie van Annabel, Stichting Team Annabel opgericht. Met name om Annabel haar kracht en haar leven te eren. De familie houdt Annabel daarmee in leven en wilt zo de aandacht trekken om de zorg wakker te schudden. Het verhaal hieronder vertelt wat er met Annabel is gebeurt. Annabel was namelijk een gezonde vrouw met een hartafwijking. Ze kreeg alleen op een gegeven moment griepklachten... |
Annabel Kiebert
09 augustus 1994 - 24 februari 2016 |
Op de foto nog een sterke jonge vrouw met een eigen wil en een eigen blik op het leven. Hetgeen wat ze tegen mij zij is tot de dag van vandaag nog bij gebleven "Je moet genieten van het leven". Volgens Annabel nam ik het leven veel te serieus. Op zondagochtend 16 januari 2016 lag ik nog lekker in bed tot ik een telefoontje kreeg van mijn vader. "Annabel is vannacht niet goed geworden, ze hebben haar in slaap gebracht en naar de IC gebracht. Het lijkt me verstandig als je nu meteen komt!"
Ik wist dat Annabel was opgenomen in het ziekenhuis met de informatie dat ze een longontsteking had. Na het telefoontje heb ik direct mijn kleding aangetrokken en ben ik naar het Flevoziekenhuis gegaan. Ik had de hoop en gedachte dat het allemaal wel mee zou vallen en alles weer goed zou komen. Niet wetende dat vanaf deze dag ons leven voorgoed zou veranderen. Diezelfde dag is Annabel nog met een grote vrachtambulance naar het AMC (Amsterdam) gebracht. In het AMC werd duidelijk dat Annabel een bacterie in haar bloed had. Deze bacterie had haar hart dusdanig aangetast, dat een spoedoperatie op zondagavond nog levensreddend kon zijn. Dit kwam keihard binnen! En het riep zoveel vragen bij mij op.
Levensreddend? Huh?! Wat!... Daar gingen we dan, samen met mijn ouders werden we in een wachtkamer gezet. De tijd ging naar mijn idee steeds langzamer en langzamer. Maandagochtend tegen 16.00 kregen we het bericht dat de operatie was geslaagd. In mijn hoofd heb ik de Heren en Engelen bedankt. Niet te geloven, wat een kracht heeft mijn zusje op dat moment gehad. Toen ik dat nieuws te horen kreeg ben ik nog even lekker gaan slapen. Na vervolgens wat slaap te hebben ingehaald, ben ik bij haar gaan kijken. Annabel lag aan een grote machine met allemaal draden, "Dit is onze medicijn kast voor je zusje." vertelde de verpleger van de IC. Ik vroeg hen hoe het met mijn zusje ging. " Ze is stabiel." werd er alleen gezegd.
‘’We kijken naar de feiten. Annabel is echt heel erg ziek’’. Typisch, meer kregen we niet te horen. Ik keek naar Annabel en zag (ondanks dat ze diep in slaap was) dat de operatie haar veel heeft gedaan. Later op de dag gaf haar lichaam dit ook aan. Ze kreeg een hartritmestoornis. Het hart heeft zo een grote klap gehad van de bacterie en de operatie, dat er door het team van artsen is besloten Annabel aan een ECMO aan te sluiten.
"ECMO?" Dacht ik, "wat is dat?". De hartchirurg van Annabel vertelde dat dit, in Jip en Janneke taal, ook wel een hart- longmachine heet. Deze machine beheert in feite het hart en de longen van een patiënt zodat deze uiteindelijk zelf langzaam kunnen herstellen. Nou.. Daar lag Annabel dan! Onder de slangen en aan de ECMO. Ik zag haar vechten met veel ups en downs, maar ze bleef stabiel. Iets wat ik van Annabel gewend was… Knokken!
Mijn ouders en ik spraken een verpleger die gespecialiseerd was in het controleren van de ECMO. Hij vertelde ons dat het prettiger zou zijn als er een filter bestond die het bloed kon reinigen. "Nu loopt je zusje de kans een andere bacterie of schimmel op te lopen. Wat het team van artsen met verpleging nu steeds moet doen is Annabel op andere plekken van haar lichaam aan de ECMO instaleren."
Bijna een week verder kwam het nieuws van de artsen dat Annabel haar hart nog niet zonder ECMO kon functioneren. Iets wat het team van artsen niet lekker zat en vraagtekens opriep. Dus is er besloten om Annabel te vervoeren naar het LUMC in Leiden. Daar hebben ze ECMO's die langer gekoppeld kunnen worden aan mensen, dus zo ook aan Annabel. Annabel werd klaar gemaakt voor transport. "Veel sterkte!" Is wat de verpleging in het AMC ons wenste. En voor ik het wist reden we al, onderweg naar het LUMC in Leiden.
Zelf ben ik nog nooit in Leiden geweest. Toen ik daar eenmaal was, zag ik dat het een ontzettend groot ziekenhuis was dat gelegen was vlak naast het station van Leiden. In het ziekenhuis was het erg druk, er liepen vooral studenten van de Universiteit van Leiden rondt. In het ziekenhuis was Annabel inmiddels gekoppeld aan een andere ECMO en lag daar op de IC. "Welkom!" is wat er tegen ons werd gezegd toen we op de afdeling kwamen. "Annabel ligt stabiel in kamer 8. Jullie kunnen wel even bij haar gaan kijken." Aangekomen in de kamer zag ik Annabel aan nog meer toeters en bellen liggen. "Goedemiddag, mijn naam is P." P was een van de vele top verplegers die constant om Annabel heen werkten en o.a. de apparaten controleerde. Ik liep naar het bed van Annabel. Ik zag aan haar gezicht dat de reis veel energie had gekost. "Haar gezicht kleurt geel?!". De verpleger vertelde dat, doordat Annabel zo ziek is, haar lever een aardige klap heeft gehad. Annabel bleef ook hier enkele weken met ups en down liggen aan de ECMO. De dagen vlogen voor mijn gevoel voorbij. We besloten, op advies van de verplegers, Annabel haar kamer te versieren met een spandoek en wat foto's. Zodat, als Annabel wakker wordt, ze zich niet helemaal rot hoeft te schrikken. "Als ze wakker wordt?" dacht ik, "wordt ze wakker dan?". Na enkele gesprekken met het team van artsen is er besloten om Annabel wakker te laten worden. Ze lag er overigens al een paar dagen stabiel bij en de ECMO was qua hulp voor het hart al aardig teruggedraaid. "Een positief teken!" zei ik. Ik zag aan de gezichten van mijn ouders ook een lichte vorm van opluchting. "Het kan alleen wel even duren." is wat mijn vader mijn vertelde. "Ze stoppen de slaapmedicatie en laten haar namelijk gewoon uitslapen." Maar ook dat geduld kon ik natuurlijk opbrengen. Ik besloot dit bericht te delen met de vriendinnen van Annabel, want dit was inmiddels een stap in de goede richting. De groepsapp die de meiden met elkaar hadden gemaakt, was een middel om elkaar op de hoogte brengen. Ik vertelde via deze gezamenlijke groepsapp dat Annabel binnenkort wakker gaat worden. De reacties waren steunend en hoopvol. Een paar dagen later was het dan eindelijk zover, ik liep de kamer van Annabel binnen en zag twee heldere groene ogen mij aankijken. "Hoi" fluisterde ze.
"Hoi" zij ik, "heb je pijn?". Annabel schudde haar hoofd van niet. Ze lag nog aan de beademing waardoor ze moeilijk kon praten. M'n vader en moeder kwamen op dat moment ook bij het bed staan. Annabel fluisterde iets naar hun..."ik wil naar huis!" kwam er uit. Mijn moeder legde aan haar uit dat dit nog niet kon. In het kort vertelde we aan Annabel dat ze momenteel in Leiden lag, welke dag het was en wat er met haar was gebeurd. Annabel begreep alles wat er werd gezegd. Ik zag aan haar dat ze kraak en kraak helder was en goed bij de tijd. Ze zag er krachtig uit alsof ze geestelijk en mentaal nog van alles kon doen. Het was voor Annabel zelf ook enkel het lichaam wat haar in de weg zat. Het was op dat moment al in de avond en we besloten gedag te zeggen. Dit zodat Annabel kon aansterken en zodat wij onze weg terug naar Almere konden maken om te slapen. Annabel was inmiddels verhuist naar kamer 5, een privékamer. Hier hadden we alle foto's en kaarten dan ook
opgehangen. De volgende dag zijn mijn ouders en ik weer terug gereden naar het LUMC in Leiden. Ik had in het AMC Amsterdam nog een grote roze bloem van stof gekocht. Ik besloot dat dit het moment was om deze aan haar te geven. Eenmaal binnen op de afdeling kregen we van de verpleger te horen dat we onze handen moesten wassen in verband met bacteriën. "Er is een bacterie op de afdeling." werd er gezegd. Naja zo gezegd zo gedaan! Bovendien hebben we dit gedurende elk bezoek al gedaan voor de zekerheid. Toen we bij Annabel op de kamer binnen kwamen lag ze nog steeds aan alle toetsers en bellen, helaas. Ze was wakker en lag zelfs te luisteren naar de radio. (Justin Bieber met 'Love Yourself' hoorde ik door de koptelefoon komen)
Toen ik binnen kwam met de grote roze bloem begon ze te lachen. "Deze is voor jou, sis! Om je op te vrolijken." Ik heb de bloem vervolgens opgehangen aan de wand met foto's en kaarten. Op dat moment kwam een team van artsen binnen. Eén van deze artsen wilden ons even spreken, de rest van het team wilden kijken naar de ECMO (de hart- longmachine) en de conditie van het lichaam van Annabel. We besloten Annabel even gedag te zeggen zodat de andere artsen naar Annabel konden kijken. De hoofdarts nam ons mee naar de spreekkamer. Eenmaal in de spreekkamer aangekomen, begon de arts te spreken. “Wij maken ons zorgen om Annabel.” vertelde hij “We hebben namelijk gezien dat het hart niet kan functioneren zonder hulp van de ECMO.” Ik zag aan mijn ouders dat ze zich zorgen begonnen te maken. Die gezichtuitdrukkingen herkende ik uit duizenden. “Wat zijn de stappen die jullie nog kunnen zetten?” vroeg mijn vader. De arts legde uit dat een donor hart de enige oplossing was om Annabel te helpen. “Wij kunnen onze vinger er niet op krijgen, waarom het hart niet wil functioneren zonder ECMO. We hebben Annabel al geregistreerd als patiënt, die een donor hart nodig heeft en zijn hiervoor zelfs al in contact met Duitsland en België.” Dit viel bij mij en mijn ouders erg koud op ons dak. Op kamer 5 ligt namelijk een ijzer sterke dame dat geestelijk en mentaal kerngezond is, behalve het lichaam zit haar in de weg. Nadat we het gesprek met de hoofdarts hadden afgerond, kwam er een meneer bij ons zitten van de christelijke gemeenschap. Deze meneer sprak met gezinnen over de situatie, iemand waar je als het ware even je gedachte en hart kon luchten. Deze meneer was al eens eerder bij ons komen zitten om te praten over de situatie en hoe wij er tegenaan keken. “Wat denken jullie nu op dit moment?” vroeg hij. Ik bleef in mijn hoofd sterk, ik bad iedere dag op een goede afloop. Dus wat ik op dat moment dacht was “Positief blijven! Annabel is ijzer en ijzer sterk! Ze heeft tal van complicaties doorstaan.” Dus een operatie voor een donorhart, dat kan zij! Zeker weten. Die avond ging het alleen hartstikke mis. Annabel kreeg een complicatie bij haar darm. De verpleging heeft Annabel toen wat slaapmiddel gegeven zodat ze geen last had van de complicatie.
Deel 6 Mijn ouders zijn die nacht op advies van de artsen in het ziekenhuis gebleven. Omdat er op dat moment maar één tweepersoons slaapkamer vrij was, ben ik toen samen met mijn vriend naar huis gereden. Mijn ouders hadden mij beloofd telefonisch contact op te nemen en mij op de hoogte te stellen van de situatie. Die nacht heb ik niet geslapen, rond 1 uur ’s nachts werd er gebeld. Het was mijn vader “Het lijkt mijn verstandig als jullie nu meteen richting Leiden rijden. Het gaat berg afwaarts.” Ik had de hele avond al tranen in mijn ogen. Ik lag in bed, maar sliep met één oog open. Die nacht kwamen er niet alleen tranen bij, maar ook spanning en stress zorgde voor enorme buikpijn. Er ging, onderweg in de auto, van alles door mijn hoofd. “Volhouden!”, “Ik vertrouw je!”,
“Niet opgeven!”. Eenmaal aangekomen op de IC afdeling in Leiden lagen mijn ouders half slapend, gespannen te wachten in een familiekamer.
Mijn vader vertelde dat hij net met de arts had gesproken. “De situatie wordt inmiddels langzaam stabieler.” “Maar Annabel haar waardes zijn ontzettend laag. Ze gaan Annabel proberen, voor nu, te stabiliseren en ze zal morgen een andere operatie moeten ondergaan.” De arts vertelde dat Annabel een oud restje bloed had in haar darm en dat dit is gekomen door de lage bloeddruk een paar weken terug na de operatie. Morgenochtend zal Annabel naar de O.K. gaan en zullen de artsen een tijdelijke stoma plaatsen zodat het lichaam nog meer rust kan ondervinden en kan herstellen. Daarnaast vertelde mijn vader aan mij dat hij ook een grens met de arts had afgesproken. “een grens?.” Dacht ik. “Annabel heeft al ontzettend veel doorstaan en de arts is al over een aantal grenzen heen gegaan.” “Je moeder en ik hebben samen met de arts een grens afgesproken voor als het onmenselijk begint te worden.” Zo vertelde mijn vader. De arts is al ver gegaan en hij wil het niet onmenselijk maken voor Annabel.
De volgende ochtend, voelde ik een enorme spanning. Ik had amper geslapen en had geen zin in een ontbijt. Voordat Annabel naar de O.K. werd gebracht had ik haar persoonlijk nog even succes gewenst. “Kom op he!” “Je bent een taaie.”, “Alleen jij kan dit.” Annabel lag toen al in diepe narcose en was klaar om vervoerd te worden naar de O.K. Vanaf dat moment begon voor ons het lange wachten. We bleven in het ziekenhuis en zijn toen naar het restaurant gegaan voor een klein ontbijt. Niemand sprak, iedereen zat in spanning. Ik zat met mijn vader en vriend aan een tafel en we dronken een smoothie, op dat moment ging de telefoon. Het was de arts. “Willen jullie met spoed naar de IC afdeling komen?.” Mijn vader vertelde dat het foute boel was en had op dat moment mijn moeder van de slaapkamer gehaald en zijn vervolgens meteen naar de IC afdeling gehold. Eenmaal aangekomen zag ik de blikken van de verplegers. “Dit is niet goed.” Dacht ik. Aangekomen in de familiekamer zagen wij de arts van de Annabel zitten. De arts begon te praten “we hebben de grens bereikt.” Ik schrok! “Grens?” “Hoe bedoelt u?” De arts vertelde dat zij Annabel niet meer konden opereren omdat haar armen en benen anders begonnen af te sterven. Ik viel stil. “Dit kan niet!” Mijn vader en moeder keken verslagen. De arts vroeg aan ons of wij mee naar Annabel haar kamer wilde lopen om afscheid te nemen. “Afscheid nemen?” “Dit kan niet!” schreeuwde ik. “Annabel haar lichaam is ziek, niet zijzelf!” De arts legde uit dat als Annabel haar stoma zou krijgen, zij op zijn minst zonder armen en beneden door het leven moest. “En dan moet er nog met spoed een nieuw hart in.” Ik raakte in shock. Ik begon te huilen en vertelde dat dit niet op deze manier kon gebeuren. “Annabel heeft keihard geknokt.” “Ze kwam door iedere operatie heen.” “Annabel wil niet dood.” “zien jullie dat niet?” Ik zag aan de gezichten van de artsen en verplegers een verslagenheid. We zijn toen samen met hen naar de kamer gelopen en hebben Annabel een laatste eer bewezen.
Op 24 februari 2016 om 13.37 uur viel de hemel open voor Annabel Kiebert.
Annabel Kiebert een krachtige vrouw die mensen liet inzien dat je moet genieten van het leven.
Ik wist dat Annabel was opgenomen in het ziekenhuis met de informatie dat ze een longontsteking had. Na het telefoontje heb ik direct mijn kleding aangetrokken en ben ik naar het Flevoziekenhuis gegaan. Ik had de hoop en gedachte dat het allemaal wel mee zou vallen en alles weer goed zou komen. Niet wetende dat vanaf deze dag ons leven voorgoed zou veranderen. Diezelfde dag is Annabel nog met een grote vrachtambulance naar het AMC (Amsterdam) gebracht. In het AMC werd duidelijk dat Annabel een bacterie in haar bloed had. Deze bacterie had haar hart dusdanig aangetast, dat een spoedoperatie op zondagavond nog levensreddend kon zijn. Dit kwam keihard binnen! En het riep zoveel vragen bij mij op.
Levensreddend? Huh?! Wat!... Daar gingen we dan, samen met mijn ouders werden we in een wachtkamer gezet. De tijd ging naar mijn idee steeds langzamer en langzamer. Maandagochtend tegen 16.00 kregen we het bericht dat de operatie was geslaagd. In mijn hoofd heb ik de Heren en Engelen bedankt. Niet te geloven, wat een kracht heeft mijn zusje op dat moment gehad. Toen ik dat nieuws te horen kreeg ben ik nog even lekker gaan slapen. Na vervolgens wat slaap te hebben ingehaald, ben ik bij haar gaan kijken. Annabel lag aan een grote machine met allemaal draden, "Dit is onze medicijn kast voor je zusje." vertelde de verpleger van de IC. Ik vroeg hen hoe het met mijn zusje ging. " Ze is stabiel." werd er alleen gezegd.
‘’We kijken naar de feiten. Annabel is echt heel erg ziek’’. Typisch, meer kregen we niet te horen. Ik keek naar Annabel en zag (ondanks dat ze diep in slaap was) dat de operatie haar veel heeft gedaan. Later op de dag gaf haar lichaam dit ook aan. Ze kreeg een hartritmestoornis. Het hart heeft zo een grote klap gehad van de bacterie en de operatie, dat er door het team van artsen is besloten Annabel aan een ECMO aan te sluiten.
"ECMO?" Dacht ik, "wat is dat?". De hartchirurg van Annabel vertelde dat dit, in Jip en Janneke taal, ook wel een hart- longmachine heet. Deze machine beheert in feite het hart en de longen van een patiënt zodat deze uiteindelijk zelf langzaam kunnen herstellen. Nou.. Daar lag Annabel dan! Onder de slangen en aan de ECMO. Ik zag haar vechten met veel ups en downs, maar ze bleef stabiel. Iets wat ik van Annabel gewend was… Knokken!
Mijn ouders en ik spraken een verpleger die gespecialiseerd was in het controleren van de ECMO. Hij vertelde ons dat het prettiger zou zijn als er een filter bestond die het bloed kon reinigen. "Nu loopt je zusje de kans een andere bacterie of schimmel op te lopen. Wat het team van artsen met verpleging nu steeds moet doen is Annabel op andere plekken van haar lichaam aan de ECMO instaleren."
Bijna een week verder kwam het nieuws van de artsen dat Annabel haar hart nog niet zonder ECMO kon functioneren. Iets wat het team van artsen niet lekker zat en vraagtekens opriep. Dus is er besloten om Annabel te vervoeren naar het LUMC in Leiden. Daar hebben ze ECMO's die langer gekoppeld kunnen worden aan mensen, dus zo ook aan Annabel. Annabel werd klaar gemaakt voor transport. "Veel sterkte!" Is wat de verpleging in het AMC ons wenste. En voor ik het wist reden we al, onderweg naar het LUMC in Leiden.
Zelf ben ik nog nooit in Leiden geweest. Toen ik daar eenmaal was, zag ik dat het een ontzettend groot ziekenhuis was dat gelegen was vlak naast het station van Leiden. In het ziekenhuis was het erg druk, er liepen vooral studenten van de Universiteit van Leiden rondt. In het ziekenhuis was Annabel inmiddels gekoppeld aan een andere ECMO en lag daar op de IC. "Welkom!" is wat er tegen ons werd gezegd toen we op de afdeling kwamen. "Annabel ligt stabiel in kamer 8. Jullie kunnen wel even bij haar gaan kijken." Aangekomen in de kamer zag ik Annabel aan nog meer toeters en bellen liggen. "Goedemiddag, mijn naam is P." P was een van de vele top verplegers die constant om Annabel heen werkten en o.a. de apparaten controleerde. Ik liep naar het bed van Annabel. Ik zag aan haar gezicht dat de reis veel energie had gekost. "Haar gezicht kleurt geel?!". De verpleger vertelde dat, doordat Annabel zo ziek is, haar lever een aardige klap heeft gehad. Annabel bleef ook hier enkele weken met ups en down liggen aan de ECMO. De dagen vlogen voor mijn gevoel voorbij. We besloten, op advies van de verplegers, Annabel haar kamer te versieren met een spandoek en wat foto's. Zodat, als Annabel wakker wordt, ze zich niet helemaal rot hoeft te schrikken. "Als ze wakker wordt?" dacht ik, "wordt ze wakker dan?". Na enkele gesprekken met het team van artsen is er besloten om Annabel wakker te laten worden. Ze lag er overigens al een paar dagen stabiel bij en de ECMO was qua hulp voor het hart al aardig teruggedraaid. "Een positief teken!" zei ik. Ik zag aan de gezichten van mijn ouders ook een lichte vorm van opluchting. "Het kan alleen wel even duren." is wat mijn vader mijn vertelde. "Ze stoppen de slaapmedicatie en laten haar namelijk gewoon uitslapen." Maar ook dat geduld kon ik natuurlijk opbrengen. Ik besloot dit bericht te delen met de vriendinnen van Annabel, want dit was inmiddels een stap in de goede richting. De groepsapp die de meiden met elkaar hadden gemaakt, was een middel om elkaar op de hoogte brengen. Ik vertelde via deze gezamenlijke groepsapp dat Annabel binnenkort wakker gaat worden. De reacties waren steunend en hoopvol. Een paar dagen later was het dan eindelijk zover, ik liep de kamer van Annabel binnen en zag twee heldere groene ogen mij aankijken. "Hoi" fluisterde ze.
"Hoi" zij ik, "heb je pijn?". Annabel schudde haar hoofd van niet. Ze lag nog aan de beademing waardoor ze moeilijk kon praten. M'n vader en moeder kwamen op dat moment ook bij het bed staan. Annabel fluisterde iets naar hun..."ik wil naar huis!" kwam er uit. Mijn moeder legde aan haar uit dat dit nog niet kon. In het kort vertelde we aan Annabel dat ze momenteel in Leiden lag, welke dag het was en wat er met haar was gebeurd. Annabel begreep alles wat er werd gezegd. Ik zag aan haar dat ze kraak en kraak helder was en goed bij de tijd. Ze zag er krachtig uit alsof ze geestelijk en mentaal nog van alles kon doen. Het was voor Annabel zelf ook enkel het lichaam wat haar in de weg zat. Het was op dat moment al in de avond en we besloten gedag te zeggen. Dit zodat Annabel kon aansterken en zodat wij onze weg terug naar Almere konden maken om te slapen. Annabel was inmiddels verhuist naar kamer 5, een privékamer. Hier hadden we alle foto's en kaarten dan ook
opgehangen. De volgende dag zijn mijn ouders en ik weer terug gereden naar het LUMC in Leiden. Ik had in het AMC Amsterdam nog een grote roze bloem van stof gekocht. Ik besloot dat dit het moment was om deze aan haar te geven. Eenmaal binnen op de afdeling kregen we van de verpleger te horen dat we onze handen moesten wassen in verband met bacteriën. "Er is een bacterie op de afdeling." werd er gezegd. Naja zo gezegd zo gedaan! Bovendien hebben we dit gedurende elk bezoek al gedaan voor de zekerheid. Toen we bij Annabel op de kamer binnen kwamen lag ze nog steeds aan alle toetsers en bellen, helaas. Ze was wakker en lag zelfs te luisteren naar de radio. (Justin Bieber met 'Love Yourself' hoorde ik door de koptelefoon komen)
Toen ik binnen kwam met de grote roze bloem begon ze te lachen. "Deze is voor jou, sis! Om je op te vrolijken." Ik heb de bloem vervolgens opgehangen aan de wand met foto's en kaarten. Op dat moment kwam een team van artsen binnen. Eén van deze artsen wilden ons even spreken, de rest van het team wilden kijken naar de ECMO (de hart- longmachine) en de conditie van het lichaam van Annabel. We besloten Annabel even gedag te zeggen zodat de andere artsen naar Annabel konden kijken. De hoofdarts nam ons mee naar de spreekkamer. Eenmaal in de spreekkamer aangekomen, begon de arts te spreken. “Wij maken ons zorgen om Annabel.” vertelde hij “We hebben namelijk gezien dat het hart niet kan functioneren zonder hulp van de ECMO.” Ik zag aan mijn ouders dat ze zich zorgen begonnen te maken. Die gezichtuitdrukkingen herkende ik uit duizenden. “Wat zijn de stappen die jullie nog kunnen zetten?” vroeg mijn vader. De arts legde uit dat een donor hart de enige oplossing was om Annabel te helpen. “Wij kunnen onze vinger er niet op krijgen, waarom het hart niet wil functioneren zonder ECMO. We hebben Annabel al geregistreerd als patiënt, die een donor hart nodig heeft en zijn hiervoor zelfs al in contact met Duitsland en België.” Dit viel bij mij en mijn ouders erg koud op ons dak. Op kamer 5 ligt namelijk een ijzer sterke dame dat geestelijk en mentaal kerngezond is, behalve het lichaam zit haar in de weg. Nadat we het gesprek met de hoofdarts hadden afgerond, kwam er een meneer bij ons zitten van de christelijke gemeenschap. Deze meneer sprak met gezinnen over de situatie, iemand waar je als het ware even je gedachte en hart kon luchten. Deze meneer was al eens eerder bij ons komen zitten om te praten over de situatie en hoe wij er tegenaan keken. “Wat denken jullie nu op dit moment?” vroeg hij. Ik bleef in mijn hoofd sterk, ik bad iedere dag op een goede afloop. Dus wat ik op dat moment dacht was “Positief blijven! Annabel is ijzer en ijzer sterk! Ze heeft tal van complicaties doorstaan.” Dus een operatie voor een donorhart, dat kan zij! Zeker weten. Die avond ging het alleen hartstikke mis. Annabel kreeg een complicatie bij haar darm. De verpleging heeft Annabel toen wat slaapmiddel gegeven zodat ze geen last had van de complicatie.
Deel 6 Mijn ouders zijn die nacht op advies van de artsen in het ziekenhuis gebleven. Omdat er op dat moment maar één tweepersoons slaapkamer vrij was, ben ik toen samen met mijn vriend naar huis gereden. Mijn ouders hadden mij beloofd telefonisch contact op te nemen en mij op de hoogte te stellen van de situatie. Die nacht heb ik niet geslapen, rond 1 uur ’s nachts werd er gebeld. Het was mijn vader “Het lijkt mijn verstandig als jullie nu meteen richting Leiden rijden. Het gaat berg afwaarts.” Ik had de hele avond al tranen in mijn ogen. Ik lag in bed, maar sliep met één oog open. Die nacht kwamen er niet alleen tranen bij, maar ook spanning en stress zorgde voor enorme buikpijn. Er ging, onderweg in de auto, van alles door mijn hoofd. “Volhouden!”, “Ik vertrouw je!”,
“Niet opgeven!”. Eenmaal aangekomen op de IC afdeling in Leiden lagen mijn ouders half slapend, gespannen te wachten in een familiekamer.
Mijn vader vertelde dat hij net met de arts had gesproken. “De situatie wordt inmiddels langzaam stabieler.” “Maar Annabel haar waardes zijn ontzettend laag. Ze gaan Annabel proberen, voor nu, te stabiliseren en ze zal morgen een andere operatie moeten ondergaan.” De arts vertelde dat Annabel een oud restje bloed had in haar darm en dat dit is gekomen door de lage bloeddruk een paar weken terug na de operatie. Morgenochtend zal Annabel naar de O.K. gaan en zullen de artsen een tijdelijke stoma plaatsen zodat het lichaam nog meer rust kan ondervinden en kan herstellen. Daarnaast vertelde mijn vader aan mij dat hij ook een grens met de arts had afgesproken. “een grens?.” Dacht ik. “Annabel heeft al ontzettend veel doorstaan en de arts is al over een aantal grenzen heen gegaan.” “Je moeder en ik hebben samen met de arts een grens afgesproken voor als het onmenselijk begint te worden.” Zo vertelde mijn vader. De arts is al ver gegaan en hij wil het niet onmenselijk maken voor Annabel.
De volgende ochtend, voelde ik een enorme spanning. Ik had amper geslapen en had geen zin in een ontbijt. Voordat Annabel naar de O.K. werd gebracht had ik haar persoonlijk nog even succes gewenst. “Kom op he!” “Je bent een taaie.”, “Alleen jij kan dit.” Annabel lag toen al in diepe narcose en was klaar om vervoerd te worden naar de O.K. Vanaf dat moment begon voor ons het lange wachten. We bleven in het ziekenhuis en zijn toen naar het restaurant gegaan voor een klein ontbijt. Niemand sprak, iedereen zat in spanning. Ik zat met mijn vader en vriend aan een tafel en we dronken een smoothie, op dat moment ging de telefoon. Het was de arts. “Willen jullie met spoed naar de IC afdeling komen?.” Mijn vader vertelde dat het foute boel was en had op dat moment mijn moeder van de slaapkamer gehaald en zijn vervolgens meteen naar de IC afdeling gehold. Eenmaal aangekomen zag ik de blikken van de verplegers. “Dit is niet goed.” Dacht ik. Aangekomen in de familiekamer zagen wij de arts van de Annabel zitten. De arts begon te praten “we hebben de grens bereikt.” Ik schrok! “Grens?” “Hoe bedoelt u?” De arts vertelde dat zij Annabel niet meer konden opereren omdat haar armen en benen anders begonnen af te sterven. Ik viel stil. “Dit kan niet!” Mijn vader en moeder keken verslagen. De arts vroeg aan ons of wij mee naar Annabel haar kamer wilde lopen om afscheid te nemen. “Afscheid nemen?” “Dit kan niet!” schreeuwde ik. “Annabel haar lichaam is ziek, niet zijzelf!” De arts legde uit dat als Annabel haar stoma zou krijgen, zij op zijn minst zonder armen en beneden door het leven moest. “En dan moet er nog met spoed een nieuw hart in.” Ik raakte in shock. Ik begon te huilen en vertelde dat dit niet op deze manier kon gebeuren. “Annabel heeft keihard geknokt.” “Ze kwam door iedere operatie heen.” “Annabel wil niet dood.” “zien jullie dat niet?” Ik zag aan de gezichten van de artsen en verplegers een verslagenheid. We zijn toen samen met hen naar de kamer gelopen en hebben Annabel een laatste eer bewezen.
Op 24 februari 2016 om 13.37 uur viel de hemel open voor Annabel Kiebert.
Annabel Kiebert een krachtige vrouw die mensen liet inzien dat je moet genieten van het leven.